04010101 Minimumuurlonen

Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00

Bijwerking: 13/03/2002
Geldig vanaf: 01/03/2001
Geldig tot: 30/06/2003

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 2 mei 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het minimumuurloon. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 6 juli 2001 onder het nr. 57810/CO/116. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 28 juli 2001.

We geven U hierna de integrale tekst van de CAO; de tussentitels werden door ons aangebracht.

1. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid ressorteren.

Door "arbeiders" wordt verstaan: de arbeiders en de arbeidsters.

2. Bedragen

Artikel 2

Onverminderd de toepassing van de CAO van 26 mei 1993 gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid (K.B. 23.12.1993, B.S. 22.02.1994) tot vaststelling van de loonschaal van de jongeren wordt het bedrag van het "minimumaanvangsuurloon", zoals vastgelegd in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999 betreffende het minimumuurloon, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, zijnde, 7,2261 EUR in de 40-urenweek op 28 februari 2001, vanaf 1 maart 2001, met 0,1239 EUR verhoogd naar 7,4975 EUR, indexering toegepast op 1 maart 2001 inbegrepen.

Voor de arbeiders met minstens 12 maanden anciënniteit in de onderneming wordt het "minimumuurloon vanaf 12 maanden anciënniteit" zoals vastgelegd in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999 betreffende het minimumuurloon, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, zijnde, 7,3017 EUR in de 40-urenweek op 28 februari 2001, vanaf 1 maart 2001, met 0,1239 EUR verhoogd naar 7,5744 EUR, indexering toegepast op 1 maart 2001 inbegrepen.

Vanaf 1 januari 2002 worden het voornoemd minimumaanvangsuurloon evenals het voornoemd minimumuurloon vanaf 12 maanden anciënniteit, die van kracht zijn op 31 december 2001, met 0,0744 EUR verhoogd.

Het minimumuurloon stemt overeen met het laagst toepasbaar niveau, met name de functie van gewoon handlanger.

Commentaar: De minimumuurlonen die van toepassing zijn op 1 maart 2001 werden U medegedeeld in onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.1, van 20 maart 2001. Voor de verdere evolutie van deze minimumlonen, zie onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.1.

3. Lonen in functie van de wekelijkse arbeidsduur

Artikel 3

De minimumuurlonen vastgesteld in artikel 2 stemmen overeen met een daadwerkelijke wekelijkse arbeidsduur van veertig uren.

Wanneer de wekelijkse arbeidsduur van veertig uren daadwerkelijk per week verminderd is, met perequatie van het loon wordt bovenstaande minimumbedrag evenredig geperequateerd.

De in het vorig lid van dit artikel voorziene perequatie zal als volgt gebeuren:

a) tot 31 december 2001 wordt de perequatie van de lonen, uitgedrukt in Belgische franken, toegepast vóór de eventuele afronding voorzien in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, houdende koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen.

Voorbeelden - toepassing van artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1998 (“de aangepaste lonen worden zo nodig tot de hogere halve deciem afgerond”; met het cijfer van de derde decimaal zal geen rekening gehouden worden, indien het lager is dan vijf, indien het gelijk is aan of hoger dan vijf zal de tweede decimaal met een eenheid verhoogd worden; daarna, indien de tweede decimaal niet gelijk is aan nul of vijf, wordt het loon tot de hogere halve deciem afgerond.

Uurloon in 40 vóór de afronding: 305,5410

305,5410 x 40/38 = 321,6221 afgerond tot 321,65 BEF

Uurloon in 40 vóór de afronding: 274,9869

274,9869 x 40/38,5 = 285,7007 afgerond tot 285,70 BEF

b) vanaf 1 januari 2002 wordt de perequatie van de lonen, uitgedrukt in euro, toegepast vóór de eventuele afronding voorzien in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de koppeling der lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen.

Voorbeelden van perequaties vanaf 1 januari 2002:

7,5720 X 1,02 = 7,72344 afgerond tot 7,7234 en daarna tot het hogere halve duizendste, nl. tot 7,7235 EUR (40 uur).

7,6490 X 1,02 = 7,80198 afgerond tot 7,8020 EUR (40 uur).

De eventuele perequatie gebeurt vóór de afronding.

Voor een perequatie in 39 uur:

7,80198 x 40/39 = 8,00203, afgerond tot 8,0020 EUR

Voor een perequatie in 38 uur 30:

7,72344 x 40/38,5 = 8,02435, afgerond tot 8,0244 en daarna tot het hogere halve duizendste, nl. tot 8,0245 EUR

4. Productiepremies

Artikel 4

De minimumuurlonen vermeld in artikel 2 hierboven dienen bij iedere loonuitbetaling aan de arbeiders gewaarborgd te worden. Deze minimumuurlonen omvatten het basisuurloon en de eventuele vaste productiepremies, met uitsluiting van alle andere premies.

5. Koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen

Artikel 5

De minimumuurlonen vastgesteld in artikel 2, zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, en stemmen overeen met spilindexcijfer 106,47 (basis 1996 = 100).

6. Overgang naar euro

Artikel 6

De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij en de eerste kolom van de volgende rij(en) van onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.

Artikel 2

 

EUR

BEF

Eerste lid

7,2261

291,50

 

0,1239

5,00

 

7,4975

302,45

Tweede lid

7,3017

294,55

 

0,1239

5,00

 

7,5744

305,55

Derde lid

0,0744

3,00

7. Slotbepalingen

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde duur. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999 gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en treedt in werking op 1 maart 2001.

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de Voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.


Historiek
01/12/2021 31/12/2050 04010101 Minimumuurlonen en uurlonen in niet geconventioneerde ondernemingen
01/07/2019 30/11/2021 04010101 Minimumuurlonen en uurlonen in niet geconventioneerde ondernemingen
01/05/2017 30/06/2019 04010101 Minimumuurlonen en uurlonen in niet geconventioneerde ondernemingen
01/01/2017 30/04/2017 04010101 Minimumuurlonen en uurlonen in niet geconventioneerde ondernemingen
01/01/2015 30/04/2017 04010101 Minimumuurlonen en uurlonen in niet geconventioneerde ondernemingen
01/02/2014 31/12/2014 04010101 Minimumuurlonen
01/06/2011 31/01/2014 04010101 Minimumuurlonen
01/06/2011 01/06/2011 04010101 Minimumuurlonen
01/04/2009 31/05/2011 04010101 Minimumuurlonen
01/04/2007 31/03/2009 04010101 Minimumuurlonen
01/04/2005 31/03/2007 04010101 Minimumuurlonen
01/07/2003 31/03/2005 04010101 Minimumuurlonen
01/03/2001 30/06/2003 04010101 Minimumuurlonen
01/01/1999 28/02/2001 04010101 Minimumuurlonen