0101 01 Nationaal akkoord 2011-2012

Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00

Bijwerking: 25/05/2011
Geldig vanaf: 01/01/2011
Geldig tot: 31/12/2012

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 4 mei 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het nationaal akkoord 2011-2012 voor arbeiders. 

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Verschillende delen van dit nationaal akkoord maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Nationaal akkoord 2011-2012 voor arbeiders

Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Met “arbeiders” wordt verstaan: de arbeiders en de arbeidsters.

Duur

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een duur van 2 jaar, van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012, met uitzondering van artikel 11§1.

Sector en ondernemingsoverleg

Artikel 3

De sociale gesprekspartners hebben de intentie om met deze CAO op het vlak van de loonkostenevolutie, permanente vorming en de tewerkstelling de toekomst van de sector en zijn werknemers op lange termijn te ondersteunen.

Voor het afsluiten van CAO's op het vlak van de sector en de ondememingen nemen de sociale gesprekspartners van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en de onderhandelaars op ondernemingsvlak akte van de integrale inhoud van het bemiddelingsvoorstel van de regering en van de wettelijke bepalingen terzake.

Minimumuurloon

Artikel 4

De bedragen van het minimum aanvanguurloon en van het nninimumuurloon vanaf 12 maanden anciënniteit, zoals vastgesteld in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2009 (KB 21 februari 2010; BS 8 april 2010) betreffende het minimumuurloon gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, worden, in het 40-urenweek stelsel, vanaf 1 januari 2012 verhoogd met 0,3%.

De afronding zal gebeuren volgens artikel 7 van de CAO van 8 februari 2006 in het Paritair comité voor de scheikundige nijverheid betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen (KB 5 augustus 2006; BS 20 september 2006).

Ervaringsloon

Artikel 5

Het minimumuurloon vanaf 12 maanden ervaring, zoals vastgesteld in art. 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2009 (KB 21 februari 2010; BS 8 april 2010) betreffende de minimumuurlonen gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, wordt, in het 40-urenstelsel, vanaf 1 december 2012 verhoogd met 0,03 EUR/bruto.

De kost van de verhoging van dit artikel wordt in rekening gebracht op de enveloppe van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst 2013-2014.

Ploegenpremies

Artikel 6

De bedragen van de minimum ploegenpremies zoals voorzien in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid betreffende de minimum ploegenpremies (KB 21 februari 2010; BS 19 mei 2010), worden, in het 40 uren per week stelsel, vanaf 1 januari 2012, verhoogd met 0,3%.

De afronding zal gebeuren volgens artikel 4 van de CAO betreffende de minimum ploegenpremies (KB 21 februari 2010; BS 19 mei 2010).

Barema voor jongeren

Artikel 7

De CAO betreffende het barema voor jongeren gesloten op 7 november 2001 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid (KB 12 juli 2002; BS 27 juli 2002) wordt vanaf 1 juni 2011 opgeheven.

Niet geconventioneerde ondernemingen

Artikel 8

De uurlonen op 31 december 2011, effectief uitbetaald in ondernemingen die aangaande de eventuele verhoging van de koopkracht voor de periode 2011-2012 niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten, zullen verhoogd worden met 0,3% op 1 januari 2012.

Deze verhoging met 0,3% gebeurt evenwel na verrekening en/of in voorafname van eventuele verhogingen van het uurloon en/of andere voordelen die, met uitzondering van deze ten gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2006 (KB 5 augustus 2006; BS 20 september 2006), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de koppeling der lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, zouden toegekend worden aan de arbeiders tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De afronding van het uurloon zal gebeuren volgens artikel 7 van de CAO van 8 februari 2006 in het Paritair comité voor de scheikundige nijverheid betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen (KB 5 augustus 2006; BS 20 september 2006).

Implementatie sectorpensioen

Artikel 9

Inzake de implementatie van het aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de arbeiders van de scheikundige nijverheid wordt verwezen naar de bepalingen onder artikel 6 §2, 2e alinea van het Nationaal Akkoord 2009-2010 voor arbeiders, gesloten op 1 april 2009 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid (KB 10 november 2009, BS 16 maart 2010).

Bestaanszekerheid

Artikel 10 - Aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid.

De aanvullende werkloosheidsuitkering zoals voorzien in het eerste lid van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2009 (KB 10 oktober 2010; BS 10/11/2010), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot vaststelling van aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid en van vergoedingen bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard bedraagt vanaf 1 mei 2011: 9,50 EUR per dag gedeeltelijke werkloosheid.

De periode gedurende dewelke men recht heeft op de aanvullende werkloosheidsuitkering bij gedeeltelijke werkloosheid wordt verhoogd van maximum 55 dagen per jaar tot maximum 60 dagen per jaar en dit vanaf 1/1/2011.

Conventioneel brugpensioen

Artikel 11

§1. Brugpensioen vanaf 58 jaar

De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2009 (KB 21 februari 2010, BS 19 mei 2010), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, die per 31 maart 2011 vervallen is, wordt verlengd van 1 april 2011 tot en met 31 maart 2013.

§2. Brugpensioen vanaf 56 jaar voor de arbeiders met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan

De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2009 (KB 4 maart 2010; BS 19 mei 2010), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar voor de arbeiders met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 2010 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.

§3. Brugpensioen vanaf 56 jaar voor de arbeiders met minstens 40 jaar beroepsloopbaan

De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009 (KB 4 maart 2010; BS 19 mei 2010) gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid betreffende het conventioneel brugpensioen voor arbeiders vanaf de leeftijd van 56 jaar mits 40 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 2010 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.

§4. Halftijds conventioneel brugpensioen

De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009 (KB 17 03 2010; BS 30 juni 2010), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid,betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar voor de arbeiders, die per 31 december 2010 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.

Toekenning van een sociaal voordeel

Artikel 12

Het bedrag van het sociaal voordeel vastgelegd in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2009 (KB 21 februari 2010; BS 8 april 2010), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot toekenning van een sociaal voordeel, wordt vanaf het betalingsjaar 2012 (sociaal dienstjaar 2011) gebracht op 135 EUR.

De betalingsmodaliteiten worden bepaald door het beheerscornité van het Sociaal Fonds van de scheikundige nijverheid.

Syndicale vorming

Artikel 13

Het vierde lid, 2e alinea van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 27 mei 2009 (KB 4 maart 2010; BS 19 mei 2010) gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, wordt met ingang van het jaar 2011 door de volgende bepalingen vervangen:

  • begrenzing: 1.200.000 EUR vanaf 2011;
  • verdeling: vanaf 2011: 1.000.000 EUR jaarlijks aan de vakbondsorganisaties; 200.000 EUR jaarlijks aan Belgische federatie van de scheikundige nijverheid en van life sciences vzw (essenscia).

Voor het jaar 2012 wordt voorzien in een éénmalige extra toelage van 50.000 EUR aan de vakbondsorganisaties.

Fonds voor Vorming (Risicogroepen)

Artikel 14

De collectieve arbeidsovereenkomst tot voortzetting van het Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid, gesloten op 30 september 2009 (KB 13 juni 2010; BS 18 augustus 2010) in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, zal voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden verlengd. De bijdrage voor het Fonds voor vorming bedraagt 0,20% op de brutolonen.

Van de hierboven vermelde totaal gestorte middelen zal een bedrag gelijk aan de bijdrage van 0,05% op de brutolonen van de arbeiders integraal gebruikt worden voor collectieve opleidingsprojecten.

Een deel van de middelen zal gedurende de periode van deze CAO in het bijzonder worden aangewend om volgende 3 projecten vorm te geven en verder uit te werken:

  1. Een betere integratie in de sector van personen met een handicap;
  2. Internationale solidariteit;
  3. Verbetering van de instroom van jongeren en promotie van de sector bij de jongeren.

De concrete modaliteiten en middelen voor deze 3 projecten zullen worden bepaald door het Beheerscomité van het Fonds voor Vorming.

De sociale partners van de scheikundige nijverheid zullen gedurende de periode van de CAO binnen het Fonds Vorming eveneens de nodige initiatieven nemen ten einde de participatiegraad jaarlijks te verhogen met 5%.

Syndicale afvaardiging

Artikel 15

De drempel voor de oprichting van een syndicale afvaardiging voor de werklieden, als bepaald in art. 7 van de CAO houdende coördinatie van het statuut van de syndicale afvaardigingen voor werklieden gesloten op 12 februari 2008 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, wordt (KB 27 oktober 2008; BS 4 maart 2009), per 1 september 2012, verlaagd van 30 naar 25 werklieden rekening houdende met volgende elementen:

  • De partijen verbinden zich om tegen 1 september 2012 een adequate omschrijving te formuleren betreffende het begrip "de nodige tijd" als omschreven in art.17 in voornoemde CAO en dit specifiek voor de ondernemingen die minimaal 25 en maximaal 29 werklieden tewerkstellen.
  • De syndicale afvaardiging in deze ondernemingen bestaat uit maximaal 2 gewone leden. Er worden geen plaatsvervangende leden aangeduid.
  • Er kan in deze ondernemingen enkel een syndicale afvaardiging worden opgericht indien 50%+1van de werklieden zulks schriftelijk vraagt via een schrijven gericht aan de voorzitter van het PC 116.
    Een paritaire werkgroep zal deze procedure evalueren en indien nodig aanpassen tegen uiterlijk september 2014
  • Indien in een dergelijke onderneming reeds werklieden van een betrokken syndicale organisatie beschermd zijn uit hoofde van een mandaat in een overlegorgaan of als kandidaat op de lijsten van de sociale verkiezingen zullen de gewone leden van de syndicale afvaardiging voor deze organisatie uit de lijst van de beschermde werklieden worden aangeduid en omgekeerd.

Deze regeling doet geen afbreuk aan het statuut van de syndicale delegatie vanaf 30 arbeiders zoals omschreven in CAO houdende coördinatie van het statuut van de syndicale afvaardigingen voor werklieden gesloten op 12 februari 2008 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid evenals de CAO van 12 februari 2008 houdende paritaire aanbevelingen in verband met de toepassing van het statuut van de syndicale afvaardigingen voor werklieden vastgesteld bij CAO houdende coördinatie van het statuut van de syndicale afvaardigingen voor werklieden gesloten op 12 februari 2008 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. Deze regeling vormt hienvoor geen precedent.

Combinatie arbeid- gezin

Tijdskrediet - 1/5de loopbaanvermindering

Artikel 16

§1. Tijdskrediet

Het recht op tijdskrediet, voorzien door art. 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis gesloten op 19 december 2001 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt uitgebreid tot een duur van maximum 5 jaar over de gehele loopbaan.

Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van 3 maanden.

Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming dienen, van het tweede tot en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve voorwaarden nageleefd te worden:

  • het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per periode van één jaar;
  • de arbeiders die van dat recht op tijdskrediet gebruik wensen te maken dienen minstens vijf jaar anciënniteit bereikt te hebben.

§2. 1/5de loopbaanvermindering

De ondernemingen kunnen, rekening houdend met de goede werkorganisatie, overeenkomstig Artikel 6 § 2 en 9 §2 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad, de concrete toepassingsmodaliteiten bepalen van het stelsel van 115de loopbaanvermindering voor de voltijdse arbeiders die in ploegen zijn tewerkgesteld.

§3. Overgang van loopbaanvermindering naar conventioneel brugpensioen

In geval een arbeider overstapt van een vorm van loopbaanvermindering in het kader van tijdskrediet (CAO nr. 77bis) naar een vorm van conventioneel brugpensioen zal de aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever, als bepaald in de voor de sector geldende desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomsten, berekend worden op basis van een voltijds loon. Deze aanvullende vergoeding wordt geproratiseerd met de verhouding van de periodes voltijdse en deeltijdse tewerkstelling over de gehele loopbaan.

Deze regeling doet geen afbreuk aan gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op het vlak van de onderneming bestaan.

Terugkomst uit zwangerschaps- of moederschapsverlof

Artikel 17

Na afloop van het zwangerschaps- of moederschapsverlof heeft de werkneemster het recht terug te keren naar haar functie of naar een gelijkwaardige of vergelijkbare functie conform haar arbeidsovereenkomst.

Eindejaarspremie

Artikel 18

In het artikel 8, 3e alinea van de CAO van 27 mei 2009 (KB 21 februari 2010; BS 8 april 2010) betreffende de eindejaarspremie, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, worden voor wat betreft de gelijkstellingen met effectieve arbeid de woorden "de dagen van gedeeltelijk werkloosheid tot vijfenvijftig dagen" vervangen door " de dagen van gedeeltelijke werkloosheid tot zestig dagen".

Paritaire werkgroep

Artikel 19

Er wordt een paritaire werkgroep opgericht om de mogelijkheden in verband met de oprichting van een gemengd Paritair Comité (arbeiders en bedienden) voor de sector van de chemie en de life sciences te onderzoeken.

Overleg en sociale vrede

Artikel 20

Met inachtneming van de sociale vrede en de procedures eigen aan de scheikundige nijverheid, erkennen de ondertekenende partijen namens hun mandaatgevers, dat zij voor de materies die deel uitmaken van deze collectieve arbeidsovereenkomst aan elkaars eisen zijn tegemoet gekomen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten te goeder trouw, en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om ze te doen toepassen, zowel naar de letter als naar de geest.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
04/05/2011
Registratienr
104132
Geldig van
01/01/2011
Geldig tot
31/12/2012
Neerleggingsdatum
06/05/2011
Registratiedatum
18/05/2011
Onderwerp
sectoraal akkoord 2011-2012
BS Bericht van neerlegging
15/06/2011
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
15/07/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
28/11/2013
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, EINDEJAARSPREMIE, AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, RISICOGROEPEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), BRUGPENSIOEN, STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT), SYNDICALE AFVAARDIGING, SYNDICALE VORMING, SYNDICALE PREMIE, WERKING PARITAIR COMITÉ, WERKING ONDERNEMING/OVERLEGORGANEN, SOCIALE VREDE

Historiek
01/01/2023 31/12/2024 0101 Nationaal akkoord 2023 - 2024
01/01/2021 30/12/2022 0101 Nationaal Akkoord 2021-2022
01/01/2019 31/12/2020 0101 Nationaal Akkoord 2019-2020
01/01/2017 31/12/2018 0101 01 Nationaal Akkoord 2017-2018
01/01/2015 31/12/2016 0101 01 Nationaal akkoord 2015-2016
01/01/2011 31/12/2012 0101 01 Nationaal akkoord 2011-2012
01/01/2009 31/12/2010 0101 01 Nationaal akkoord 2009-2010
01/01/2007 31/12/2008 0101 01 Nationaal akkoord 2007-2008
09/06/2005 01/01/2005 0101 01 Nationaal akkoord 2005-2006
01/01/2003 31/12/2004 0101 01 Nationaal akkoord 2003-2004
01/01/2001 31/12/2002 0101 01 Nationaal akkoord 2001-2002