200203 2003 Bestaanszekerheid in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00
Bijwerking: 04/03/2019
Geldig vanaf: 01/01/2017
Geldig tot: 31/12/2018
A. Bestaanszekerheid bij gedeeltelijke werkloosheid
Door de werkgever te betalen uitkeringen in geval van tijdelijke werkloosheid (economisch, technisch of overmacht in hoofde van de onderneming) tot uitputting van een “pool” per onderneming (aantal arbeiders op 01/01 x 65 dagen - 70 dagen vanaf 1 oktober 2017).
Bedrag: forfaitair bedrag - geen perekwatie: 1 referte-uurloon (40 u/week) verhoogd met 3,01 EUR/werkloosheidsdag:
- 01/01/2016: 15,8460 EUR;
- 01/03/2017: 16,1030 EUR;
- 01/10/2017: 16,2930 EUR.;
- 01/04/2018: 16,5590 EUR;
- 01/03/2019: 16,8300 EUR.
B. Bestaanszekerheid bij ziekte/arbeidsongeval (01/10/2017)
- bij ziekte en zwangerschap: 3,86 EUR/dag;
- bij arbeidsongeval: 4,96 EUR/dag.
In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 18 oktober 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg (registratienummer: 142992/CO/116).
De tekst van deze cao werd verbeterd door een beslissing van 16 maart 2018.
Wij geven u hierna de bepalingen inzake de bestaanszekerheid.
TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die gelegen zijn in de provincie Limburg en ressorteren onder het Paritair Comité van de scheikundige nijverheid uit hoofde van hun bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen.
Onder arbeiders verstaat men de arbeiders en arbeidsters.
ALGEMENE BEPALING
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet generlei afbreuk aan de algemene collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.
(...)
Bestaanszekerheid bij gedeeltelijke werkloosheid
Artikel 8
De aanvullende bestaanszekerheidsvergoeding, ten laste van de werkgever, in geval van gedeeltelijke werkloosheid ingevolge economische of technische redenen of ingevolge overmacht in hoofde van de onderneming, bedraagt één referte-uurloon (40 u/week), zoals bepaald in artikel 4, §2, hierboven verhoogd met 3,01 EUR/dag.
Deze bedragen worden uitbetaald tot uitputting van een “pool” per onderneming. Deze “pool”met het aantal uit te keren bestaanszekerheidsvergoedingen per onderneming wordt jaarlijks vastgesteld door het aantal in de onderneming ingeschreven arbeiders op 1 januari van ieder kalenderjaar te vermenigvuldigen met 60 dagen. Vanaf 1 januari 2016 wordt voor het bepalen van het aantal uit te keren bestaanszekerheidsvergoedingen het aantal van 60 dagen verhoogd tot 65 dagen.
Vanaf 1 oktober 2017 wordt voor het bepalen van het aantal uit te keren bestaanszekerheidsvergoedingen het aantal van 65 dagen verhoogd tot 70 dagen.
Het saldo van de “pool” kan niet worden overgedragen naar het volgende kalenderjaar.
Bestaanszekerheid bij ziekte of arbeidsongeval
Artikel 9
§1. De aanvullende bestaanszekerheid, ten laste van de werkgever, in geval van ziekte of arbeidsongeval, en dit voor nieuwe ziekte- of arbeidsongevalaangiftes ingaand vanaf 1 januari 2007, is slechts verschuldigd na de periode van 30 dagen gewaarborgd loon en is als volgt beperkt:
- maximum 11 maanden per ziekteaangifte of arbeidsongevalaangifte.
De bedragen van de aanvullende bestaanszekerheidsvergoeding zijn de volgende:
- bij ziekte en zwangerschap: 70 % van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque;
- bij arbeidsongeval: 90 % van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque.
Voor deeltijdsen gelden deze vergoedingen pro rata hun arbeidsregime.
§2. De ondernemingen die op 31 december 2008 de bovenvermelde bestaanszekerheids-vergoedingen berekenden op basis van de minimale subsectorale werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque, kunnen deze berekeningswijze, rekening houdend met de actuele minimale subsectorale werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque, verder zetten.
(...)
GELDIGHEIDSDUUR
Artikel 31
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten voor een bepaalde duur van 2 jaar lopende van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018, (...).
Opmerking:
Wanneer de geldigheidsduur van de CAO verstreken is, blijven de individueel normatieve bepalingen van de CAO deel uitmaken van de individuele arbeidsovereenkomst (= voortgezette binding), tenzij anders bepaald in de CAO. De individueel normatieve bepalingen regelen de individuele arbeidsrelatie tussen werkgever en werknemer. Het gaat om rechten en plichten die individualiseerbaar zijn en waar de individuele werknemer zich op kan beroepen (arbeidsduur, functieclassificatie, minimumlonen, terugbetaling vervoerskosten, vorming, aanvullend pensioen, …). De voortgezette binding geldt alleen voor de werknemers die in dienst waren tijdens de geldigheidsduur van de CAO.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
18/10/2017 |
Registratienr
142992 |
Geldig van
01/01/2017 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
26/10/2017 |
Registratiedatum
28/11/2017 |
||
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden |
|||
BS Bericht van neerlegging
08/12/2017 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
15/07/2018 |
Gepubliceerd in het B.St. van
06/08/2018 |
||
Keywords
LONEN, MAALTIJDCHEQUES, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, EINDEJAARSPREMIE, WINSTDEELNEMING/NIET-RECURRENT RESULTAATSGEBONDEN VOORDEEL-CAO 90, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, ARBEIDSDUUR IN UREN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, TIJDELIJKE ARBEID EN UITZENDARBEID, DEELTIJDSE ARBEID, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, VERLOF OM DWINGENDE REDEN, MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT), OPZEGGING/ONTSLAG, SOCIALE VREDE |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2023 | 31/12/2024 | 200203 Bestaanszekerheidsuitkeringen (tijdelijke werkloosheid)- Limburg |
01/01/2019 | 31/12/2022 | 200203 Bestaanszekerheidsuitkeringen (kunststofverwerkende nijverheid Limburg) |
01/01/2017 | 31/12/2018 | 200203 2003 Bestaanszekerheid in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg |
01/01/2015 | 31/12/2016 | 200203 2003 Bestaanszekerheid in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg |
01/01/2013 | 31/12/2014 | 200203 2003 Bestaanszekerheid in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg |
01/01/2011 | 31/12/2012 | 200203 2003 Bestaanszekerheid in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg |
01/01/2009 | 31/12/2010 | 200203 2003 Bestaanszekerheid in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg |
01/01/2007 | 31/12/2008 | 200203 2003 Bestaanszekerheid in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg |
01/01/2005 | 31/12/2006 | 200203 2003 Bestaanszekerheid in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg |
01/01/2003 | 31/12/2004 | 200203 2003 Bestaanszekerheid in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg |
01/01/2001 | 31/12/2002 | 200203 2003 Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg Bestaanszekerheid |
01/01/1999 | 31/12/2000 | 200203 2003 Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg - bestaanszekerheid |